Echtpaar Vlaardingerbroek woont en werkt in een achterstandswijk
Echtpaar Vlaardingerbroek woont en werkt in een achterstandswijk
‘Als wij het kunnen, kan iedereen het’
Bron EO 08.04.2008 Bijna acht jaar geleden verhuisden ze naar Spoorwijk, een achterstandswijk in Den Haag. Voor Matthijs en Lindsey Vlaardingerbroek een bewuste keuze. Zij wilden juist hier als christen het verschil maken en startten een missionaire wijkgemeente. Ondertussen zijn de achterstandswijken ook voor de overheid een speerpunt. Miljoenen euro’s liggen te wachten op deze ‘prachtwijken’. Maar wat heeft een wijk nu écht nodig?
Matthijs en Lindsey Vlaardingerbroek, beiden missionair werker, zijn de afgelopen jaren op verschillende terreinen al actief geweest in Den Haag. Onder andere met straatevangelisatie en jongerenwerk. Matthijs: “Zo kwam ik al geregeld in deze wijk omdat ik hier assisteerde bij een kinderclub. De club werd geleid door een lieve mevrouw, die soms wat moeite had met orde houden. Op een keer liep het zo uit de hand dat de kinderen op haar auto klommen. Toen belde ze mij om te komen helpen. Dat zette me aan het denken. Er was helemaal geen kerk in deze wijk. Wat had het eigenlijk voor zin om hier een club te houden als er geen kerk was als follow-up voor de kinderen? Dat was de aanleiding om onze doelgroep te vernauwen en ons te nestelen in deze buurt. We wilden ons alleen richten op deze wijk door tussen de mensen te wonen en aansluiting te zoeken.”
Zwart-wit
Matthijs en Lindsey wonen en werken nu met een team van vrijwilligers in een oude dokterspraktijk, waarin voldoende ruimte is om kerkdiensten en activiteiten voor de buurt te houden. Dit is ‘De Praktijk’; een kerk en open huis voor de buurt. Beiden leven van giften en zijn, hoewel van oorsprong baptist, niet bij een bepaalde kerk aangesloten. Matthijs licht toe: “Zo worden we niet belemmerd door enige vorm en kunnen we experimenteren met verschillende manieren om kerk te zijn.” En geëxperimenteerd wordt er. “We lijken een beetje op een ‘Frans Bauer-kerk’. Dat komt omdat we sommige liedjes in onze liedjesbundel hebben die zijn omgebouwd door Rick, een vriend van ons die in Arnhem in soortgelijk werk betrokken is. Het zijn liedjes zoals: Heb je even voor Mij, met een hoofdletter dus. En Bij God is geen bedrog, in plaats van De meeste dromen zijn bedrog.”
De kerkruimte is, in deze week voor Pasen, omgebouwd tot gebedskamer. Mensen uit de buurt mochten zich inschrijven om in die week een uur te bidden. Een soort gebedsmarathon dus.
Klei
Een uur alleen maar bidden lijkt lang, maar dat kan hier op veel manieren. Zo is er een hoek waar je je lasten en zorgen letterlijk door middel van een steen op de Bijbel mag leggen en achterlaten. Bij de ingang staat een schaal met water, waarmee je je symbolisch kunt reinigen. Er is de mogelijkheid je gebed te verbeelden in klei. Er ligt een houten kruis op de grond, waar je je eigen boodschap op mag plakken. Een hoek om een kaarsje te branden met een brievenbus waarin je je gebed kunt doen. En ga zo maar door. Een creatieve manier om bezig te zijn met God. En het slaat aan. Allerlei mensen uit de buurt doen mee. Zelfs mensen die zeggen eigenlijk niet te geloven. Matthijs: “Je mag er ook bij horen zonder te geloven en dit soort gedrag te vertonen. Ervaar eerst maar iets en bekijk dan pas of je gelooft en wat dat te maken heeft met de rest van je leven. Want hoe God uiteindelijk mensen verandert, daar heb je geen invloed op.
Ik merk dat ik zelf hier ook veranderd ben. De wijk heeft ons ook veranderd. En dat doet veel met je evangelische theologie. Wat dat betreft, noem ik me zelf soms voor de grap post-evangelisch.”
Wat dat betekent? “Wij willen hier in ieder geval ruimte geven aan de gebrokenheid van de mensen. De antwoorden op problemen zijn minder zwart-wit dan ik altijd dacht. Neem als voorbeeld Robert, een travestiet in de buurt. Wat als hij of zij hier ook komt? Moet ik dan Robert zeggen, of Sara? Deze mensen zijn niet in hokjes te duwen. Maar Jezus ging juist wél met hen om. Het is een spannende weg die we gaan.”
Goed genoeg
Spoorwijk was indertijd een beruchte wijk. Ondertussen heeft de gemeente hier zo’n 1300 goedkope huurwoningen gesloopt en er 800 koopwoningen voor teruggeplaatst. Hierdoor zijn er ook rijkere mensen komen wonen. “Maar het blijft gewoon een volkswijk. Vooral onder de autochtone bevolking heerst echt een dorpsgevoel.”
De kinderen van Matthijs en Lindsey zitten hier ook op school. Voornamelijk met allochtone kinderen. Lindsey vertelt: “Wij wilden graag in contact komen met andere ouders. Natuurlijk wilden we niet dat onze kinderen de dupe zouden worden van onze keuze om naar Spoorwijk te verhuizen. Maar we konden het ook niet maken om te zeggen: ‘Wij komen hier wonen, maar jullie scholen zijn niet goed genoeg voor onze kinderen.’”
Dochter Katie van twaalf komt juist de keuken binnenlopen. Ze hoort haar moeder praten en voegt daaraan toe: “Ik was het enige Nederlandse meisje in de klas. Je had dan een groepje van Marokkaanse meisjes en Afrikaanse meisjes; het was heel lastig om daar bij te komen. Ik had één beste vriendje, een Chinees. Maar die ging weg en toen ging ook mijn favoriete juf weg.”
Lindsey: “Katie heeft daarom uiteindelijk de laatste vier jaar wel op een andere school gezeten. Maar Daniël vindt het fantastisch. Die zou niet naar een andere willen.” Hij is nu 8 jaar. Matthijs: “Het zijn ook kleine klassen, met veel individuele aandacht. En de leerkrachten die overal elders aan de slag kunnen, kiezen echt voor een dergelijke school en zijn dus heel gemotiveerd. We zijn gewoon heel blij met de school.”
Kwetsbaar
Hoewel ze er eentje vonden, zijn ze hier niet voor een goede school heengegaan. “Waarom wij in de wijk zijn, is omdat de kerk het hart van God kan laten zien,” vertelt Matthijs. “En God ging ook als een Zendeling vooruit. Hij kwam uit de hemel als Kind van een gewoon meisje en werd geboren in een stal. Hij was kwetsbaar. En zo zei God: ‘Dit ben Ik.’ Hij had het ook anders kunnen doen, met grootsheid en geweld, maar Hij koos voor deze manier. Zo willen wij hier ook de mensen tegemoet treden.”
Maar ondanks deze kwetsbare opstelling, stuitten Matthijs en Lindsey nog wel op de nodige vooroordelen jegens de kerk. Matthijs: “Die moesten wij eerst opruimen. Veel mensen hier zijn beschadigd. Dat roept vragen op. Als er dan een God bestaat, waarom moesten ze een dierbare verliezen? Waarom zijn ze zo eenzaam? En dan kom je er niet alleen met ‘halleluja, dit is de weg’. Dan bereik je ze alleen door je aan te sluiten en onderdeel te worden van deze gemeenschap.”
Lindsey: “We moesten ons ook echt bewijzen. Laten zien dat we geen dubbele agenda hadden. Dat we hier niet alleen waren om de mensen te bekeren, maar om er voor hen en de wijk te zijn en relaties op te bouwen.”
Matthijs werd daarom vrijwilliger in een multiculturele werkgroep. “Op een geven moment was er een project ‘Geloven in de wijk’. De moskee zette de deuren open en de hindoetempel ook. En ik mocht wat vertellen in een kerk even buiten de wijk. Ik legde toen heel simpel, in tien minuten uit wat voor mij het kruis betekent. De zaal begon daarna te applaudisseren. Achteraf had ik met de mensen heel leuke gesprekken.”
Hij vertelt over een andere gebeurtenis: “Tijdens de arrestatie hier in het Laakkwartier van de leden van de Hofstadgroep, was ik voorzitter van de bewonerscommissie. Toen werd vanuit de wijk het idee geopperd om in een gezamenlijke gebedsdienst te laten zien dat de verschillende geloven in de wijk prima samen kunnen gaan. Ik vond dat best gewaagd en spannend. We wisten niet wat we daarvan moesten denken. Toch zijn we erheen gegaan. En uiteindelijk was het een bijeenkomst waarin juist werd benadrukt dat we allemaal anders zijn, een ander geloof hebben, maar wél samen kunnen leven.”
Vertrouwen
Matthijs en Lindsey winnen zo geleidelijk het vertrouwen van de wijk. “Een aantal momenten per jaar zijn we ook heel expliciet met een christelijke boodschap aanwezig,” vervolgt Matthijs. “Tijdens het Kerstfeest en de straatbarbecue bijvoorbeeld. Daar zaten we uiteindelijk tot in de nacht op straat met elkaar te praten, zonder elkaar ooit goed te hebben gekend. Dat soort dingen kun je alleen als je eerst een netwerk opbouwt en relaties hebt. Ze weten na verloop van tijd dus wel dat je christen bent en komen dan ook zelfs langs met vragen.”
Lindsey: “Laatst nog een man die zei: ‘Sinds ik jullie ken, ben ik weer de rozenkrans gaan bidden.’ Hij kwam naar ons toe voor een spreuk op de rouwkaart voor zijn overleden moeder. Dat zijn toch heel speciale dingen. Zo willen we een pastor zijn voor de hele wijk.”
Golfbeweging
Ook de overheid wil zich inzetten voor de achterstandswijken. Zo heeft de gemeente Den Haag in een brief aan minister Ella Vogelaar voor haar ‘prachtwijken’ een lijst met aandachtspunten opgesteld, waaronder de volgende:
• Investeer duurzaam in de menskracht in de wijk.
• Investeer in veiligheid, handhaving en ontmoeting.
• Investeer in het onderwijs en de jeugd.
• Breng kunst en cultuur dichtbij mensen.
• Blijf differentiëren in de woningvoorraad in de wijk.
Mooie punten, vindt Matthijs, maar geld en professionele hulpverleners zijn hier niet genoeg: “De gemeente heeft bijvoorbeeld in Spoorwijk al die goedkope huurwoningen gesloopt. Wat gebeurt er dan? Dan stuur je die mensen weg met een oprotpremie en die gaan vervolgens weer in goedkope huurwoningen elders wonen en nemen de hele problematiek mee. Je ziet dat de werkeloosheid en de criminaliteit gewoon verplaatst zijn. De mensen worden dan een soort nomaden die van wijk naar wijk trekken als er weer gesaneerd wordt.”
Dat heeft ook impact op de scholen, merkt hij. “Het leerlingenaantal was gekelderd van 250 leerlingen tot 130 en neemt nu gelukkig langzaam weer toe. Zo’n school kan eigenlijk niet meer bestaan zonder extra ondersteuning. De nieuwe middenklassers die hier nu zijn komen wonen, doen hun kinderen vaak elders op school. Daar schiet je eigenlijk niets mee op. De gemeente denkt met geld en professionals de wijk te kunnen veranderen. Maar dat rendement is klein en professionals gaan ’s avonds naar huis. Het werkt niet om er alleen van negen tot vijf te zijn. Je moet hier altijd present zijn en een open huis voor je buren zijn. Een kerk kan daarin een rol spelen. Je kunt de wijk namelijk niet zomaar veranderen, maar de mensen wel.”
Een mooi voorbeeld is de kinderclub van ‘De Praktijk’. Zes weken lang werd het thema ‘diefstal’ behandeld. Matthijs: “We zijn naar de C1000 gegaan en hebben er een rondleiding gehad en de kinderen laten zien dat die winkel ook zijn spullen moet inkopen. Daarbij hebben we een verhaal uit de Bijbel als voorbeeld gebruikt. Van die man die sieraden stal uit de puinhopen van Jericho en toen met zijn hele familie gestraft werd. Vooral bij Turkse en Marokkaanse kinderen werkt dit voorbeeld goed: we lieten zo zien dat als zij stelen ze daarmee de eer van hun hele familie schaden.”
De aanwezigheid van Lindsey, Matthijs en de vrijwilligers van het Praktijk-team heeft zo al het een en ander losgemaakt bij de bewoners. Matthijs: “Ik zie dat er steeds meer christenen zijn die er juist voor kiezen in een dergelijke wijk te gaan wonen. Het zou mooi zijn als dat een golfbeweging teweegbrengt. Als christenen kunnen we het zout zijn in de wijk. We kunnen meehuilen met de mensen en delen in hun geluk. Je hoeft niet bijzonder te zijn om dit te kunnen. Wie dat zegt, houdt zichzelf buiten de boot. Als wij het kunnen, kan iedereen het.”
Samenkomsten
‘De Praktijk’ is een echte wijkgemeente. Elke zondag is er een eigen samenkomst met zo’n 25 tot 35 vaste bezoekers. De gemeente is niet verbonden aan een denominatie en je kunt er geen lid van worden. In principe zijn de samenkomsten alleen bedoeld voor mensen uit de Spoorwijk en bijvoorbeeld niet voor christenen uit andere kerken in de omgeving. Elke zondag wordt er voor de dienst begonnen met een maaltijd. Matthijs introduceert daarna het thema van die week, waarna volwassenen, tieners en kinderen hier elk op hun eigen manier mee verder gaan.
Urban Expression
Matthijs en Lindsey zijn nu bezig met het opzetten van de stichting Urban Expression. De bedoeling is dat deze stichting kerken en christenen gaat begeleiden met het opzetten van nieuwe kerken in alle achterstandswijken. De gedachte is dat de tijd die iemand normaal aan zijn kerk besteedt, deze nu in zijn buurt stopt. Zo kan men voorzichtig beginnen in de wijk, dit alles onder begeleiding en met coaching van Urban Expression. “Begin maar eens met een kopje koffie in het wijkcentrum,” oppert Matthijs. “Dan raak je al gauw aan de praat over de wijk, de politiek, of wat dan ook. De volgende keer is een praatje in de supermarkt gauw gemaakt. Zo bouw je relaties op.”
www.urbanexpression.nl
0 Comments:
Een reactie posten
<< Home